Het weeshuis en de school

14 maart 2015 - Uganda Martyrs University Nkozi, Oeganda

Het weeshuis

We zijn ondertussen onze zesde week in het weeshuis gepasseerd en we hebben eigenlijk nog niet veel verteld over het weeshuis en de school zelf.

Het weeshuis heeft ongeveer 60 kinderen. Hier zitten verschillende leeftijden. Vanaf 2 jaar kunnen ze hier terecht tot en met hun 18 jaar. Dan wordt er verwacht dat ze gaan werken of studeren en op hun eigen benen kunnen staan. Baby’s zien we hier niet. De kinderen komen hier meestal terecht na het sterven van hun ouders of wanneer de politie ze uit het gezin haalt (drankproblemen,…)

Wanneer de situatie thuis weer stabiel is, kan het kind weer naar huis.

Het weeshuis heeft verschillende grote slaapzalen. Een slaapzaal voor de grote meisjes en eentje voor de kleinste meisjes. Bij de jongens is dit hetzelfde. In elke slaapzaal ligt één leerkracht bij de kinderen.

De bedden zijn houten stapelbedden. De geur is er niet echt fris en aangenaam. Er zijn ook niet genoeg bedden voor het aantal kinderen. We veronderstellen dat ze met meerdere in één bed liggen. Dit hebben we zelf nog niet gezien. Binnenkort gaan we ’s avonds eens naar het weeshuis om het avondritueel  volledig mee te maken.

De weeskinderen krijgen ’s middags warm eten nadat al de andere kinderen weer naar huis zijn. Het is een witte brei dat gemaakt is van maïs. Hierbij serveren ze een bruin sausje met bonen en volledige, kleine visjes. Dit eten ze met hun handen smakelijk op. Gelukkig schotelen ze ons dit niet voor. Voor ons lijkt het niet echt smakelijk. Wij krijgen meestal frietjes, driehoekjes van deeg gemaakt en gevuld met erwten, brood, pannenkoeken,… met lekkere Afrikaanse thee erbij.

De kinderen van het weeshuis krijgen ’s middags gewone kleren aan. In de voormiddag dragen ze altijd een schooluniformpje. ’s Avonds worden ze gewassen aan een waskom. Dit is zeker nodig. Overdag zijn de kinderen meestal wat vies en vuil. Ze lopen op blote voeten rond, ze krijgen niet meteen een verse broek na een 'ongelukje', of ze lopen heel de dag zonder onderbroek en broek rond in het zand, ... de hygiëne is hier niet altijd optimaal. Ze gebruiken geen zakdoeken. Hun truien of t-shirten worden gebruikt om de gele snottebellen weg te krijgen. De kinderen komen zo graag knuffelen, ze hangen aan ons en vragen voortdurend onze aandacht. Dus ook wij moeten elke dag propere kleren aandoen en ons goed schrobben onder de douche… Toch lopen we hier verkoudheden en andere kwaaltjes op, ons lichaam kan de Afrikaanse virussen nog niet de baas. Maar wat zijn deze kwaaltjes nu tegenover het knuffelen van de kinderen. Niets!

Overdag in het weeshuis wanneer de schoolkinderen naar huis zijn, gaan de weeskinderen (de kleuters) slapen. Dit is verplicht tot zes jaar. Rond 4 uur worden ze wakker gemaakt en gaan ze spelen. De leerkrachten en de verzorgers doen zo goed als niets met de kinderen. Wij voorzien dan leuke activiteiten om ze bezig te houden en hun te stimuleren op verschillende ontwikkelingsvlakken. Zo hebben we al met ballonnen gespeeld, parels gerijgd, gekleurd, met blokken gebouwd, …

Ook zijn we al met enkel de weeskinderen (sommige schoolkinderen zijn rond dat uur nog aanwezig op school) naar het voetbalveld gegaan. We nemen enkele ballen mee en laten ze volledig vrij rondhollen op het groot veld. De kinderen zijn ons zo dankbaar dat ze ons achteraf een knuffel komen geven. Dit geeft ons een zalig gevoel.

Om de vijf à zes maanden gaan de oudste kinderen van het weeshuis, enkele leerkrachten en ander personeel maïs plukken. Ze beginnen ’s morgens vroeg en werken een ganse dag door. Wij moesten in school blijven. Dit vonden we wel jammer want we hadden het graag eens gezien. ’s Avonds kwamen ze terug van een zware dag. De vrachtwagen zat helemaal vol met maïskolven. Enorm veel. Het werk was nog niet gedaan. Nu moest de maïs nog in zakken gedaan worden en naar de voorraadkamer in het weeshuis gebracht worden. Ongelooflijk maar waar, iedereen bleef lachen en goed doorwerken. Het heeft zeker nog een uur geduurd voor al de mais weg was. Zo zie je maar wat ze hier moeten doen om een goede voedselvoorraad te hebben.  De scouts en andere grotere verenigingen kunnen in België bellen naar de Colruyt en het wordt nog eens binnengezet ook.

Natuurlijk hebben we geholpen bij het vullen van de zakken. Dit vonden ze heel grappig maar leuk. Jammer genoeg kunnen wij onze rug niet zo diep buigen als de Afrikaanse vrouwen. Hoe doen ze het toch om zo lenig te zijn?

Op zondag zijn de weeskinderen verplicht een misviering bij te wonen. Ze worden katholiek opgevoed en horen regelmatig per dag te bidden. Ze bidden voordat ze eten, en voor het slapen gaan, de leerkrachten bidden voordat de vergadering start en er werd zelfs gebeden vooraleer ze een liedje begonnen te zingen voor ons.

Het valt ons op dat veel meisjes die niet van het weeshuis zijn, vlechtjes hebben. We hebben al allerlei mooie kapsels gezien. De meisjes van het weeshuis hebben altijd kortgeschoren haren. Soms zelfs glad geschoren. Hierbij zien we dan verschillende wondjes op hun hoofdhuid en hier en daar nog een plukje haar. Ze houden de haren kort omdat het gemakkelijk te wassen en onderhouden is.

De school

De school en het weeshuis zijn in hetzelfde gebouw. De school heeft vier klassen. Kinderen van Jinja kunnen hier naar school komen. De school telt ongeveer zo’n 150 leerlingen. Het zijn enkel kleuters. De kinderen vanaf 7 jaar gaan naar andere scholen  in Jinja en komen ’s middags terug. Sommige kinderen gaan na het eten weer naar school. Andere kinderen worden verwacht in het weeshuis te blijven om klusjes te doen zoals afwassen en poetsen.

Er lopen meisjes rond van 17 jaar die niet naar school gaan. Zij helpen in het weeshuis en de school. Deze meisjes hebben jammer genoeg het geld niet om naar school te gaan.

Toen we hier nog maar net waren, beheersten de leerkrachten zich tegenover de kinderen. Wanneer wij er zijn wordt er niet geslagen. Toch valt ons op dat ze meer en meer hun handen niet meer kunnen thuishouden. Zo heeft Sophie gezien dat een leerkracht twee kinderen apart nam. De ene kleuter had de andere geslagen. Daarom mocht de geslagen kleuter de andere een goede mep terug geven. Niet alleen de kleuters mogen terug slagen. Ook de verzorgers verkopen gemakkelijker een mep met de hand of een teenslipper wanneer het kind iets fout heeft gedaan.

Ook heeft Aagje al taferelen met stokken gezien en straffen zoals op de knieën zitten en handen in de lucht. Zo is de cultuur hier. We moeten er wel even aan wennen en soms ons hart vasthouden.

Elke klas heeft twee leerkrachten. Om de beurt geven ze een les. Ook wij geven ook hier en daar een les. Het stelt niet veel voor. Even de schrijfopdracht kort inleiden. Lang mag het niet duren. Na het schrijven moeten we de schriftjes verbeteren. Het valt ons op dat bijvoorbeeld dezelfde prentjes verbinden met elkaar heel moeilijk is. Vele kinderen hebben het niet goed gedaan. De volgende dag hebben we de inleiding een beetje aangepast zodat ze het meer zouden begrijpen. We gebruikten flitskaarten. Wanneer ze dezelfde prent zagen als de prent op het bord moesten ze reageren. Na het verbeteren van de schriftjes viel ons op dat toch negen kinderen meer de opdracht goed hadden gemaakt. Toch zijn er nog veel kinderen die het niet begrepen. Wat ook moeilijk is. Er worden enkel prenten gebruikt die zelf getekend zijn. Geen echt materiaal. Daarom zijn we verder gaan nadenken. Zo kwamen we op een volgende grote stap: zorgklas. (Zie blog: Ons project)

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s